Doe (do) opnieuw (opnieuw) mi (mi)
Fa (fa) dus (zo) la (la) ti (ti) doen (doen)
Doe, re, mi, fa, dus, la, ti, doe!
(Doe!) Hindoe, een hert, een vrouwelijk hert
(Re!) straal, een druppel gouden zon
(Mi!) mij, een naam die ik mezelf noem
(Fa!) Ver, een lange, lange weg te rennen
(Dus!) Naai, een naald die draad trekt
(La!) la, een opmerking om zo te volgen
(Ti!) thee, een drankje met jam en brood
Dat zal ons terugbrengen om oh oh oh te doen
Doen! (een hert, een vrouwelijk hert)
Met betrekking tot! (een druppel gouden zon)
Mi! (een naam die ik mezelf noem)
Fa! (een lange, lange weg om te rennen)
Dus! (een naald die draad trekt)
La! (een opmerking om zo te volgen)
Ti!(een drankje met jam en brood)
Dat zal ons weer tot actie aanzetten
Een hert, een vrouwelijk hert
Ray, een druppel gouden zon
Ik, een naam die ik mezelf noem
Een lange, lange weg te gaan
Naai, een naald die draad trekt
La, een opmerking om zo te volgen
Thee, een drankje met jam en brood
Dat zal ons weer tot actie aanzetten
Doe, re, mi, fa, dus, la, ti, doe!
Doe, ti, la, dus, fa, mi, re, doe!
Doe, re, mi, fa, dus, la, ti, doe!
Dus, doe!