Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Toen Jezus zich waste
(Toen Jezus zich waste)
Oh, toen hij zich waste
(Toen Jezus zich waste)
Toen Jezus zich waste
(Toen Jezus zich waste)
Hij waste mijn zonden weg!
(Oh blije dag)
Ah, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Toen Jezus zich waste
(Toen Jezus waste)
Oh toen hij zich waste
(Toen Jezus waste)
Toen Jezus zich waste
(Toen Jezus waste)
Hij waste mijn zonden weg!
(Oh blije dag)
Ah, het is een gelukkige dag
(Oh, fijne dag)
(Hij leerde mij hoe)
Hij heeft mij geleerd hoe
(Om te bekijken)
(Vecht en bid)
(Vecht en bid)
(En hij zal zich verheugen)
(In de dingen die we zeggen)
(Elke dag)
Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Toen Jezus zich waste
(Toen Jezus waste)
Oh, toen hij zich waste
(Toen Jezus waste)
Toen Jezus zich waste
(Toen Jezus waste)
Hij waste mijn zonden weg!
(Oh blije dag)
Ach, fijne dag
(Oh blije dag)
(Hij leerde mij hoe)
Hij heeft mij geleerd hoe
(Om te bekijken)
(Vecht en bid)
(Vecht en bid)
(En hij zal zich verheugen)
(In de dingen die we zeggen)
(Elke dag)
Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
(Oh blije dag)
Herhalen
Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Oh, fijne dag
(Oh, fijne dag)
Toen Jezus zich waste
(Toen Jezus zich waste)
Oh, toen hij zich waste
(Toen Jezus zich waste)
Toen Jezus zich waste
(Toen Jezus zich waste)
Hij waste mijn zonden weg!
(Oh blije dag)
Ah, het is een gelukkige dag
(Oh, fijne dag)
O heer
(Oh blije dag)
Mmm, goede god
(Oh blije dag)
O ja
(Oh blije dag)
Hm, heer
(Oh blije dag)