Aan de oevers van de rivier stond een rennende beer, een jonge, dappere Indiaan
Aan de andere kant van de rivier stond zijn lieftallige Indiase dienstmeisje
Kleine witte duif was haar naam, wat een prachtig gezicht om te zien
Maar hun stammen vochten met elkaar, zodat hun liefde nooit kon bestaan
Runnin' bear hield van kleine witte duif met een liefde zo groot als de lucht
Runnin' bear hield van kleine witte duif met een liefde die niet kon sterven
Hij kon niet door de woeste rivier zwemmen, omdat de rivier te breed was
Hij kon de kleine witte duif, die aan de andere kant wachtte, niet bereiken
In het maanlicht zag hij haar kusjes 'de golven oversteken'
Haar kleine hartje klopte sneller en wachtte daar op haar dappere
Runnin' bear hield van kleine witte duif met een liefde zo groot als de lucht
Runnin' bear hield van kleine witte duif met een liefde die niet kon sterven
Terwijl de beerduif in het water liep, deed de kleine witte duif hetzelfde
En ze zwommen naar elkaar toe door de kolkende stroom waar ze vandaan kwamen
Terwijl hun handen elkaar raakten en hun lippen elkaar ontmoetten, trok de razende rivier hen naar beneden
Nu zullen ze altijd samen zijn in dat gelukkige jachtgebied
Runnin' bear hield van kleine witte duif met een liefde zo groot als de lucht
Runnin' bear hield van kleine witte duif met een liefde die niet kon sterven